Van den Heuvel
Van den Heuvel is rechter en vice president bij de rechtbank te Breda
Tijdens de proforma zitting op 15 november 2004 stelde de advocaat aan de orde dat het proces moet worden gestopt in verband met het te laat uitbrengen van de dagvaarding door het Openbaar Ministerie. De rechtbank gaf daarop Officier van Justitie Loos de gelegenheid om voor 5 november 2004 een nieuwe dagvaarding te versturen. Nu mocht dat per gewone post!
Van den Heuvel gaf partijen de gelegenheid om data door te geven waarop men absoluut niet aanwezig kon zijn. Desalniettemin trok Van den heuvel een eigen agenda en bepaalde de zittingsdag op 6 april 2005. Op 4 januari 2005 werd bezwaar gemaakt tegen die dag omdat Ter Braack dan niet aanwezig kon zijn.
Van den Heuvel wenste het proces in één zitting op 6 april 2005 afwikkelen.
Diverse ontlastende getuigenverklaringen legt Van den Heuvel naast zich neer.
Verzoeken om inzage in relevante stukken in het kader van een zorgvuldig onderzoek naar waarheidsvinding worden door Van den Heuvel en de rechter-commissarissen tijdens het vooronderzoek bij herhaling geweigerd.
Hij wijst op 18 april 2005 arrest op ‘wettig en overtuigend bewijs’ dat bij Acon, Gensoft, Mainware en Netskills onjuiste aangiften loonbelasting zouden zijn gedaan. Dit bewijs is nooit geleverd en blijkt later niet te bestaan.
Op 21 januari 2009 en 29 april 2009 vernietigt de rechtbank te Arnhem de afwijzing van belastinginspecteur Van den Berg van de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen die zijn uitgebracht aan Gensoft, Mainware en Netskills. De bewijzen van deze naheffingsaanslagen zijn nimmer geleverd.
Op 5 december 2012 antwoordt belastinginspecteur Van den Berg op vragen van de voorzitter van het gerechtshof dat hij de juistheid en de rechtmatigheid van de vermeende naheffingsaanslag aan Acon niet kan bewijzen. Daarop trok Van den Berg op 12 februari 2013 de aansprakelijkstelling aan Dynatools in.
Door het gebrekkig onderzoek naar waarheidsvinding heeft Van den Heuvel zich opzettelijk schuldig gemaakt aan een doelbewuste gerechtelijke dwaling.
De klikkers Poort hebben in september 1998 geklikt. Het kan dan niet worden gevolgd dat de Belastingdienst en de FIOD pas op 9 augustus 2001, bijna 3 jaar later (!) en bijna vier jaar na het boekenonderzoek van eind 1999, dus zeven jaar na de tip, de zaak bij de rechter op de rol komt .
De Belastingdienst heeft dan een vermeende ongewenste situatie ruim drie jaar laten voortduren.
Na de constatering van een vermeend strafbaar feit duurt het ruim zes jaar voordat de zaak bij de rechtbank wordt behandeld. De redelijke termijn van het behandelen door de rechtbank van maximaal drie jaar na de constatering van een strafbaar feit is daarmee ruimschoots overtreden.
Omdat de FIOD, Buket, reeds begin 1999 bij de zaak is betrokken had geen boekenonderzoek mogen plaatsvinden. Vastgesteld is dat al het bewijsmateriaal uit het boekenonderzoek daarmee illegaal is verkregen, dus wettig illegaal en ontoelaatbaar bewijs (Fruits of the poison tree)!
Van de bevindingen van het boekenonderzoek is door Tuncer een verslag boekenonderzoek 31 maart 2004 gemaakt. Dit rapport is ondeugdelijk. De bevindingen bleken wel essentieel voor het Opnebaar Ministerie. Tuncer is ‘betrapt’ tijdens zijn werkzaamheden bij de FIOD .