Aerts, Melchie
M.M.M. Aerts is boete/fraude coördinator bij de Belastingdienst/FIOD
– Bij het tripartiete overleg op 8 februari 2000 zijn geen onregelmatigheden geconstateerd.
– Tijdens het tripartiete overleg op 6 mei 2000 nam Aerts het besluit om tot strafrechtelijke vervolging over te gaan. De argumenten waarom op 6 mei 2000 sprake zou zijn van een sfeerovergang zijn ongewis, want daarvan zou volgens Aerts geen verslag zijn gemaakt. Erg vreemd dat van zo’n cruciale bespreking geen verslag zou zijn gemaakt .
In dat kader doen de verklaringen van Scholte vreemd aan. Uit zijn naam zou op 24 februari 2000 een brief aan Buitenhek zijn gestuurd die als bewijs zou moeten dienen.
Aerts moet aan het Gerechtshof Den Bosch informatie overleggen. Op 25 januari 2007 geeft Aerts het OM Den Bosch nadrukkelijk in overweging om daarvan geen afschrift aan de advocaat te verstrekken.
Aerts heeft blijkbaar veel te verbergen dat het daglicht niet kan verdragen.
Tijdens het getuigeverhoor bij het gerechtshof op 13 maart 2007 draait Aerts overal omheen en verklaart hij dat hij bang is dat de op 25 januari 2007 overlegde informatie tot een vertroebeling in de strafzaak zou lijden.
In juli 2007 wordt Aerts opnieuw wordt verhoord. Dan zegt hij tegen het Gerechtshof: ‘ U kunt vragen wat u wilt, maar ik kan me niets meer herinneren.’
Aerts heeft Tuncer opdracht gegeven om tijdens zijn verhoor op 14 mei 2004 op specifieke vragen geen antwoord te geven.
Op 26 juli 2004 was Aerts aanwezig tijdens een rechtszitting over het inzage geven van informatie. Ondanks dat de rechter Bakx het beroep van de advocaat gegrond verklaart, weigert Aerts om informatie te verstrekken.
In feite pleegde Aerts meineed, door onder ede te stellen dat hij zich niets meer kan herinneren, terwijl Aerts kort daarvoor blijkbaar wel van de hoed en de rand wist! Daarmee bevestigde Aerts impliciet dat hij veel had te verbergen dat het daglicht niet kan verdragen.