Loos, C.J.M.
C.J.M Loos is officier van Justitie bij het Openbaar Ministerie Breda
Bij de inval op 9 augustus 2001 zegt Loos verdachten toe dat zij netjes worden opgeroepen voor verhoor. Op 9 april 2002 worden mensen zonder voorafgaande kennisgeving thuis aangehouden voor verhoor.
Loos zegt aan de advocaat zorgvuldig te handelen en dat hij aan de bedrijven geen onnodige schade zal toebrengen. De feiten hebben zijn ‘betrouwbaarheid’ achterhaald.
Omdat Loos steeds inzage in de processtukken weigert en geen duidelijk bewijs levert stelt de advocaat op 7 maart 2002 voor om het verdere onderzoek te staken. Dat verzoek vond geen gehoor.
Loos traineert bij de rechter-commissaris voortdurend het getuigenverhoor. Onterecht, zoals uit de verklaring op 29 oktober 2002 van klikker Poort blijk. Daaruit wordt opgemaakt dat Buket van de FIOD op 9 september 2003 heeft gelogen tijdens zijn verhoor bij de rechter-commissaris.
Immers uit de verklaring van Poort valt af te leiden dat de Belastingdienst en de FIOD vanaf begin 1999 op de hoogte waren van een vermoedelijk strafbaar feit. Het boekenonderzoek vanaf november 1999 bij Dynatools had dan ook niet mogen plaatsvinden. Al het daarbij vergaarde bewijs is juridisch onrechtmatig vergaard en niet toelaatbaar.
Desalniettemin breidt Loos op 26 april 2002 het vooronderzoek uit aan de hand van onrechtmatig verkregen informatie. Later wordt duidelijk waarom Loos bezwaren maakte tegen het horen van getuigen van de Belastingdienst. Dat zou zijn procesaanpak in de weg hebben gezeten.
De klikkers Poort hebben in september 1998 geklikt. Het kan dan niet worden gevolgd dat de Belastingdienst en de FIOD pas op 9 augustus 2001, bijna 3 jaar later (!) en bijna twee jaar na het boekenonderzoek, pas besluiten tot een inval als de feiten zo ernstig zouden zijn als zij werden voorgesteld. De Belastingdienst heeft een blijkbaar ongewenste situatie bijna drie jaar na kennisneming laten voortduren! Erg vreemd.
Het duurt dan ruim drie jaar voordat de zaak bij de rechtbank wordt behandeld. Een grote overtreding van de redelijke termijn van maximaal drie jaar na de constatering van een strafbaar feit.
Na herhaaldelijke discussies bereikte de advocaat op 21 mei 2002, bijna 10 maanden na de inval, een akkoord voor een verhoor van Ter Braack.
Belastingambtenaar Scholte verklaart tijdens het verhoor op 10 oktober 2002 leugenachtig. Twijfel was gerezen omdat onder zijn naam een tip bij de Belastingdienst zou zijn doorgegeven van een onbekend iemand om daarmee het klikken van Poort te verdoezelen.
Op 10 oktober 2002 stuurt de advocaat Loos een brief waarin de leugenachtige verklaring van Scholte wordt bevestigd. Omdat deze verklaring blijkbaar bij de Belastingdienst de kern van het onderzoek vormt, stelt de advocaat op 16 juni 2003 voor om het geschil in een fiscale procedure te beslechten. Maar daar wil Loos niets van weten.
Op 8 april 2003 stuurt de advocaat een brief naar Loos over de onjuiste adressering van post. Loos komt niet veel verder en seponeert op 27 juni 2003 diverse strafzaken, waaronder die tegen Dynatools.
Op 20 oktober 2003 wijst Loos weer een verzoek om relevante stukken af. Tijdens de processen zijn herhaaldelijk verzoeken om stukken in het kader van waarheidsvinding afgewezen. Daaruit mag worden afgeleid dat het Openbaar Ministerie geen sterke zaak had, maar tot elke prijs een veroordeling wil hebben, omdat deze zaak een van de eerste fraudezaken was voor een meervoudige rechtbank. En dan moet er hoe dan ook worden gescoord.
Op 27 mei 2004 onderneemt de advocaat nogmaals een poging om verdere vervolging te stoppen.
Ook blijkt dat Loos steeds stukken ten onrechte naar verschillende onjuiste adressen verstuurt. Op 24 juni 2004 maakt de advocaat dit aan Loos kenbaar. Blijkbaar neemt Loos daarvan geen notitie, want ook de dagvaarding wordt verkeerd geadresseerd en regelmatig met bedreigingen, bijna wekelijks, op verschillende adressen in Nederland aangeboden. Echter woont Ter Braack sinds 1990 niet meer in Nederland.
Uiteindelijk wordt de dagvaarding te laat door Kooiman uitgereikt. Ondanks dat rechter Van den Heuvel dit erkent, geeft hij Loos de ruimte om een nieuwe dagvaarding per post te sturen en stelt de zittingsdag vast op 6 april 2005. Of de dagvaarding aankomt doet er blijkbaar niet meer toe.